Arbeidshygiënische strategie

De Arbeidshygiënische strategie

De wet verwacht van u dat u bij de aanpak van arbeidsrisico’s uitgaat van de arbeidshygiënische strategie. Deze strategie schrijft voor dat u bij het aanpakken van arbeidsrisico's altijd onderstaande volgorde aanhoudt:

  1. Bronmaatregelen: werkgevers moeten eerst gevaren voorkomen of de oorzaak van het probleem wegnemen, bijvoorbeeld door een schadelijke stof te vervangen door een veiliger alternatief
  2. Collectieve maatregelen: als bronmaatregelen niet mogelijk zijn, moet de werkgever collectieve maatregelen nemen om risico’s te verminderen, bijvoorbeeld het plaatsen van afscherming of een afzuiginstallatie.
  3. Individuele maatregelen: als collectieve maatregelen niet kunnen of ook (nog) geen afdoende oplossing bieden, moet de werkgever individuele maatregelen nemen. Bijvoorbeeld het werk zo organiseren dat werknemers minder risico lopen (taakroulatie).
  4. Persoonlijke beschermingsmiddelen: als laatste mogelijkheid kan de werkgever persoonlijke beschermingsmiddelen verstrekken. Deze optie mag pas worden toegepast als de eerder genoemde maatregelen geen of onvoldoende effect hebben.

De keuze voor een lagere stap in deze strategie is toegestaan als vanwege economische, technische of operationele aspecten het redelijkerwijs niet mogelijk is de maatregelen uit te voeren.

Overigens is in de praktijk in een groot aantal gevallen een combinatie van deze oplossingen vereist.